Kruiden
Noem het ‘geit ‘ of ‘schaap’, het gaat steeds om een stukje natuur.
Vaak wordt er gediscussieerd over het gedrag van geiten en schapen en telkens valt het me op dat in elk dier een sprankeltje van de wilde natuur overleeft. Uiteraard gaat het om gedomesticeerde dieren, maar toch kan je aan een aantal vaststellingen niet voorbijgaan.
Schapen en geiten hebben in feite een totaal verschillend graasgedrag. Geiten hebben behoefte aan koper; schapen verdragen het niet. Geiten voelen zich sneller aangetrokken tot boompjes dan schapen, enz …
Juliette de Baïracli Levy, landbouwkundige, ontdekte bij oude volkeren het gebruik van kruiden bij veeteelt. Zij is er zich van bewust dat de opgedane kennis eerder relevant is in streken waar een dierenarts niet zo makkelijk te vinden is. Daarom zal het ook niet altijd even makkelijk zijn voor de moderne beschaafde mens om haar kruidentherapieën toe te passen. Toch is een eenvoudige (schiet- of kat)wilg reeds een bron van een belangrijk mineraal: calcium. Gebruik de twijgen van die boom dus.
Een aantal inzichten lijkt me dus belangwekkend genoeg om ze door te spelen aan geïnteresseerde fokkers. Mocht u ook middeltjes kennen die hier niet besproken worden, mag u ons die steeds meedelen. Ik wil zeker even blijven stilstaan bij enkele planten die ons vertrouwd zijn en die ons kunnen helpen bij de dierenverzorging.
Artisjok bij voorbeeld is rijk aan vitamine a en dus zeer geschikt bij spijsverteringsgsproblemen. Indien er zich problemen voordoen, kan je 2 à 3 bloemknoppen en blaren zeer fijn gesneden toedienen. Dit zal efficiënt werken als tonicum. Wist u dat de blaren en de bast van de berk desinfecterend werken ? Daarom kan het zowel in- als uitwendig toegediend worden om te ontsmetten. Bovendien zijn de blaren uiterst urine- en wormafdrijvend. Gooi gesnoeide twijgjes niet zomaar voor de pieren en de luizen: uw dieren kunnen ze van nut zijn.

Boerenwormkruid is ook zo’n plant die door iedereen vertrappeld wordt, maar door de dieren zeer geliefd is. De plant heeft schijfvormige gele trosvormige bloeiwijzen op een lange stengel met varenachtige bladeren.De plant scheidt, eenmaal gemaaid, een sterke, muntachtige geur af. Gebruik deze plant: de dieren smullen ervan, de stal geurt lekker muntzacht en de plant werkt bovendien wormafdrijvend.
Geen plant is zo verguisd als de braam. Toch zou iedere dierenliefhebber deze plant nabij zijn weide moeten hebben. De dieren lusten de gehele plant, hun bloed wordt erdoor gezuiverd en de spijsvertering kan er wel bij varen. Wie deze plant kan beheersen, moet hem zeker als een deel van de omheining kunnen laten groeien.
Maai zo regelmatig mogelijk de brandnetel, liever dan die te bespuiten met een verdelgingsmiddel. De plant bevat ijzer, kalk, natrium, chloor en proteïne. Het beschermt tegen besmettelijke ziekten, wormen en doet de melkgift toenemen.De voedingswaarde van brandnetelbloemen komt overeen met die van brood. Een aanrader: vermeng het voeder met brandnetelzaden. Dit werkt eetlustopwekkend.
Klimop wordt al te vaak miskend en dus onvoldoende gebruikt. Nochtans is de klimop vanuit diergeneeskundig standpunt een zeer dankbare plant. De bladeren kunnen na het aflammeren gegeven worden aan de ooi of de geit voor een algehele inwendige zuivering. Een handvol volstaat echter; meer zou een vergiftiging veroorzaken.

Wie onder ons met schapen en of geiten bezig is, heeft meer
dan waarschijnlijk een moestuin als nevenactiviteit of is er toch
mee bezig geweest.Enkele weken geleden ontdekte ik in een tijdschrift voor tuinliefhebbers een interessant artikel over een bloemenvariëteit die ook voor veehouders in het algemeen van belang zou kunnen zijn.Het betreft namelijk de sierlijke plant lupine.Van deze plant bestaan er enkele kleurvarianten: wit, blauw
en geel. De volwassen plant ziet eruit als een toorts waarop zich vlinderbloemigen ontwikkeld hebben. De vruchten hebben veel weg van peulen (met zaden uiteraard).Deze peulen zijn licht fluweelachtig.
Wat kunnen wij in ’s hemelsnaam met een dergelijke plant aanvangen?
De vruchten van deze plant blijken niet allen voedzaam te zijn voor mens en dier, maar bovendien een belangrijke bron van eiwitten te zijn.
Dit is interessant als je weet onder welke bedenkelijke vorm bij voorbeeld soja nu op de markt gebracht wordt. Het is immers genoegzaam bekend dat soja sterk genetisch gemanipuleerd wordt en zodoende kankerverwekkend kan zijn voor mens en dier. Aangezien lupine in onze klimaatzone wel kan verbouwd worden, biedt dit dus een waardig alternatief.
Bovendien blijkt deze plant zeer nuttig voor de bodem waarop die geteeld wordt.
Ten eerste gaat het om een vlinderbloemige die (dankzij een spel van bacteriën) stikstof uit de lucht kan binden om die aan de bodem te geven. Ten tweede zou het ook een goede groenbernester zijn. Dus, dierenfokker – tuinliefhebbers, waarop wachten jullie nog!
Nog enkele weetjes. De lupine vind je in drie kleuren: wit (Lupinus albus), blauw (lupinus angustifolius) en geel (Lupinus luteus). Van lupine maakt men ook melk en kaas. Toch is enige voorzichtigheid geboden bij drachtige of melkgevende dieren. Meer info hierover lees je op pg 3 : NATURE’S CHEMICALS AND SYNTHETIC CHEMICALS
Zaaien doe je van half maart einde april,
één keer om de vier of vijf jaar na de granen.
Het belang van natuurlijk zout
Onlangs verscheen in de pers een opvallend artikel over zogenaamde -slimme schapen” op de Schotse Orkney-eilanden. Hun -slimmigheid blijkt uit heel wat gedragsvormen: de schapen springen over dijken door de rug van andere schapen als opstapje te gebruiken, ze schrikken er niet voor terug om naar een ander eilandje over te zwemmen, het gebeurt zelfs dat ze in groep op de man afstormen die ze probeert op te jagen om ze te vangen.
Ene dr. June Morris verklaart hun vindingrijkheid omdat ze het erg lastig hebben om voldoende gras te vinden.Toch blijft het daar niet bij. Er werd trouwens vastgesteld dat deze dieren dagelijks een aanzienlijke hoeveelheid zeewier verorberen. Dit voedsel zou de schapen niet alleen sterk én slim maken, maar geeft hun vlees een stevige en wilde smaak. Dit wordt bevestigd door de ruime culinaire belangstelling voor deze vinnige herkauwers.
Moeten wij nu jaarlijks tonnen zeewier van de kust laten aanvoeren? Wie dit goedje in verse toestand kan aanbieden, hoeft zich daarvan niet te weerhouden. Daaruit kan wel een ander besluit getrokken worden dat door Juliette de Baïracly sterk verdedigd wordt.
Zij is immers tot de vaststelling gekomen dat schapen erg gebaat zijn bij het inademen van jodiumrijke zeelucht. In Engeland en Amerika kan trouwens voeder verkregen worden dat zeewier bevat. Toch kan u het op eenvoudigere manier oplossen. Ofwel biedt u uw schapen zoutblokken aan tegen worm en zuigworm (leverbot), ofwel kan u grof zeezout (geen chemisch zout!) over de weilanden verspreiden. U zal kunnen vaststellen hoe de gezouten percelen kaalgevreten worden.
Laat mij nog even de voordelen van het gebruik van zeewier of grof zeezout op een rijtje zetten:
- de dieren worden vrijgehouden van wormen;
- de wol blijft mooi en zacht;
- de kans op rotkreupel vermindert;
- het bevat jodium, verrijkt met vitamine A (groeivitamine)en D (beendergroei).
In feite kunnen deze bevindingen ook toegepast worden op de geitenhouderij.
Wanneer uw dieren tijdens bepaalde periodes last hebben van diarree, kan u deze kwaal eenvoudig behandelen. Hou de dieren allereerst gedurende de gewenste periode in quarantaine op water en hooi. De periode kan aanzienlijk verkort worden door de dieren eikenloof aan te bieden.Het loof mag nog aan de takken of twijgen hangen, maar mag zeker niet vers zijn. Vaak beschik ik zelf over een voorraad takken die ik het afgelopen najaar verzameld heb. De takken zien er dan vaak helemaal niet meer zo smakelijk uit, maar eenmaal de dieren eraan gepeuzeld hebben, eten ze er vlot van. Het is echter niet nodig eikenloof preventief te voederen, aangezien de aanwezige looizuren de darmen te zeer zouden kunnen prikkelen.
Als u de diarree binnen redelijke termijn (2 à 3 dagen) gestopt hebt, dient het aanbeveling de aangeboden hoeveelheid krachtvoeder te herzien.
Men beveelt nog andere middeltjes aan: een aftreksel van knoflook of knoflooktabletten om inwendig te desinfecteren.
Dieren die aan dysenterie lijden, worden het best ondergebracht in een warme, droge ruimte. Na de reinigingskuur mogen gerstevlokken tijdelijk het enige graanproduct zijn. Zelfs gekookte bieten zouden de darmwerking opnieuw optimaliseren.
De vaak voorgeschreven chemische kalkpreparaten geven slechts schijnbaar een genezend effect.
De urinewegen van de bok (of ram)
Vaak zijn krachtvoeders boosdoeners als het op aandoeningen van de urinewegen aankomt. Over het algemeen zijn bokken hiervoor gevoeliger dan geiten.
Allereerst moet het dier vasten en krijgt het een laxerende lijnzaadthee.
Nadien mag stilaan overgeschakeld worden naar vastere voeding. Volgende planten zijn uiterst geschikt en heilzaam voor de urinewegen: peterselie (blaren en wortels), pastinaakwortel, heermoes of paardenstaart , smeerwortel, asperge, herderstasje, (niet gebrande!) cichorei, rauwe erwten en rauwe wortelen.
Opnieuw komt gerst als enig graan in aanmerking.
Kunstmatige opfok van lammeren
Jonge geiten
Geitenlammeren hoeven niet volledig met kunstmelk opgefokt te worden. Voor wie een zee van tijd heeft, kan een fokschema er als volgt uitzien:
- Iste week: gezoogd door het biologische moederdier
- Na de eerste week: drie maal per dag gezoogd door een oude geit (zij laat tot zes jongen per dag drinken). ’s Avonds krijgt het lam nog wat melk van de eigen moeder.
De rest van de dag leren ze op eigen houtje grazen door hun kost bij elkaar te zoeken.
Bij flessenvoedering krijgen ze zes maal per dag lauwe melk: 1 eetlepel gerstwater /vierde liter melk. Geleidelijk aan voegt men gemalen gerst bij de melk en twee eetlepels melasse per halve liter melk.
Belangrijk bij jonge geiten is de vorming van een stevig beenderstelsel: de verpoederde bast van wilg levert heel wat calcium. Bast van gladde iep is uitstekend voor spiervorming.
Enkele andere kruiden zijn tevens zeer versterkend: braam, venkel, selder.
Ooit stelde men in Griekenland zelfs vast dat geiten zeer bewust naar een strand getrokken waren: het aangespoelde zeewier leek een uiterst voedzame lekkernij.
Ontwormen bij schapen en geiten
Het kan niet voldoende beklemtoond worden dat wormenbestrijding de basis is van de gezondheid van onze dieren. Immers, ofwel vormen de wormen op zich de doodsoorzaak, ofwel maken de wormen het dier overgevoelig voor allerlei bacteries.
Een ontwormingsstrategie gaat steeds gepaard met een ontgifting van de weide.
Dit kan gebeuren door bemesting met kalk, het planten van mosterd (later inploegen), look of het uitstrooien van roet. Dit laatste is te vergelijken met plantaardige houtskool die ook voorgeschreven wordt om de darmen van bepaalde bacteries te ontdoen.
Welke plantaardige producten dienen zich aan als uitstekende ontwormingsproducten?
We denken in de eerste plaats aan (wilde!) knoflook, in combinatie met melasse. Dit werkt uitermate zuiverend op de Iongen, waarin vaak wormen voorkomen. Vroeger (en willicht hier en daar nog steeds) gaven Ierse boeren vooral deze wilde knoflook aan hun schapen.
De plant kan in principe volledig gebruikt worden: fijn gehakt, vermengd met zemelen en melasse.
Andere wormdrijvende middelen komen tevens in aanmerking: mosterd, wortelen, gedroogde kokos (rauw), pompoenzaden, waterkers, mierikswortel, rapen, knollen en houtskool.
Dieren die vooral op natte, vochtige weiden grazen hebben grote kans de zuigworm op bezoek te krijgen. De dieren vertonen dan geelzuchtige ogen, een doorhangende rug en buik en loskomende wol.
Dezelfde behandeling op basis van wilde look kan toegepast worden. Geef hierbij ook fijn gehakte paardebloemen, duizendguldenkruid, alsem en citroenkruid. Een dergelijke behandeling veronderstelt wel dat we onze weides niet te eenzijdig bemesten. Een weide met kruiden levert misschien een kleinere kwantiteit aan gras op, maar de kwaliteit wat betreft verhouding gras – kruiden komt de gezondheid van de dieren ten goede !