Alpaca & Lama

Alpaca’s zijn stevast publiekstrekkers op jaarmarkten of landbouwbeurzen. De Lama’s op de rechtse foto waren daar ook  regelmatig te zien. Godelieve en Jeroom zijn er nog steeds graag geziene gasten, jammer genoeg niet meer met lama’s maar wel nog met hun ezeltjes.  
 

Alpaca’s waren nog nooit zo populair als nu. Ze zijn bijzonder schattig en worden nogal eens verward met lama’s, maar toch zijn er duidelijke verschillen. Zo zijn de oren van een alpaca recht terwijl die van een lama banaanvormig zijn. Ook zal een alpaca nooit zomaar spuwen, terwijl een lama hier wel bekend om staat. Alpaca’s wegen tussen de 50 en 90 kg en lama’s tussen de 130 en 200 kg.  

Deze dieren brengen een zeker gevoel van rust naar boven. Alpaca’s zien er niet alleen zacht en lief uit, ze zijn het ook echt – letterlijk en figuurlijk. Maar ze zijn ook ideaal wandelgezelschap: van een wandeling met de dieren zal je helemaal ontspannen. 
artikel nieuwsblad.be  

Leuke adresjes om te wandelen met Alpaca’s :  

EcoSnooze in Brakel: boerderij die wandelingen aanbiedt en waar ook bad- en beddengoed van alpacawol te koop is. 
AlpacaSpirit in Dendermonde: hier kan je terecht voor wandelingen, maar ook teambuilding en coaching. 
’t Pagggaderke in Essen: hier werkt Karen Verheyden, die zich heeft gespecialiseerd in therapie met alpaca’s. 
De alpacaboerderij in Kaulille: waar je onder andere de opleiding alpacaboer kunt volgen. 
Google gewoon eens “Wandelen met alpaca’s” en vindt er nog wel andere adresjes in Vlaanderen : 

 

De alpaca (Vicugna pacos) – ook wel berglama genoemd – is een evenhoevig zoogdier uit Zuid-Amerika uit de familie van de kameelachtigen (Camelidae). Behalve de alpaca bestaan er nog drie soorten lama’s, de gedomesticeerde lama (Lama glama), de vicuña (Vicugna vicugna) en de guanaco (Lama guanicoe). De guanaco is de nauwst nog levende verwant van de gedomesticeerde lama, en mogelijk de wilde voorouder. 

Kenmerken: de alpaca wordt in de hoge Andes als boerderijdier gehouden. Hij heeft een schofthoogte van 90 cm en een lange hals, met een wollige vacht of lange lokken die soms tot aan de grond reiken. De vacht komt voor in meer dan 22 erkende kleurslagen. Bontgekleurde dieren zijn veel zeldzamer dan de dieren met andere kleuren. 

Voortplanting: de vrouwtjes werpen in het regenseizoen na een draagtijd van elf en een halve maand. Een ruwe schatting gaat ervan uit dat er in de Andes meer dan drie miljoen alpaca’s leven. Een alpaca wordt gemiddeld 25 jaar oud. 

Verspreiding: de alpaca leeft op de hoogvlakten van Ecuador, Bolivia, Chili, Uruguay en vooral Peru, met name de hoogvlakte van het Titicacameer in de districten Puno, Cusco en Arequipa. De alpaca gedijt het beste op een hoogte van 4400-5300 meter waar een geringe luchtvochtigheidsgraad heerst. Daarentegen geeft hij wel de voorkeur aan zachte, vochtige grond voor zijn gevoelige pootjes, met mals gras en veel poelen om zich in te wentelen. 

Vacht: de alpaca wordt voornamelijk gehouden voor de wol. Door kruising met de vicuña is de kwaliteit van de wol sterk verbeterd. Er zijn twee verschillende typen, die enkel in de wol verschillen. De Huacaya heeft een zachte licht krullende vacht en de Suri heeft lange dikke lokken. Het scheren gebeurt jaarlijks. Alleen al door te voelen kunnen indiaanse vrouwen de wol in minstens vijf verschillende kwaliteitsklassen indelen. De meeste alpaca’s worden door de indianen zelf gehouden, hoewel er ook speciale fokkerijen zijn. 

De lama (Lama glama) – soms ook schaapkameel genoemd, is een gedomesticeerd Zuid-Amerikaans hoefdier uit de familie der kameelachtigen (Camelidae).  
 
Een lama staat bekend om zijn typische reactie tegenover (vermeend) gevaar, namelijk spuwen in de richting van zijn belager. Het uitgespuwde mengsel is afkomstig van de voormagen. 

De lama werd tussen de 4000 en 5000 v.Chr. gedomesticeerd door de Inca’s, die de dieren hielden als lastdier, maar ook voor de wol, het vlees en de mest. De lama is een ideaal lastdier in de bergen: hij kan overleven tot op 4000 meter hoogte en 25 tot 60 kilogram dragen over een afstand van 15 tot 30 kilometer per dag. Door lama’s als lastdier te gebruiken, konden de Inca’s handel bedrijven over grotere afstanden. Karavanen lama’s werden gebruikt om koopwaar, goud en zilver te vervoeren. Ze kunnen tot 50 kilo aan gewicht dragen. Paarden waren in Amerika niet bekend en zijn pas in de 16e eeuw uit Europa ingevoerd. 

Kenmerken: de lama heeft een schofthoogte van 109 tot 119 centimeter, een kop-romplengte van 120 tot 225 centimeter en een lichaamsgewicht van 130 tot 155 kilogram. De vacht bestaat uit dikke wol. Het gezicht is dunner behaard. De vachtkleur varieert van wit via roodbruin en grijs tot zwart, zowel effen als gevlekt. Er zijn twee rassen, de chaku en de ccara. De chaku, het meer algemene ras, heeft een vrij lange, wollige vacht, de ccara een zeer korte vacht. 

Leefwijze: de lama voedt zich met allerlei planten en grassen die groeien in de bergen. Hij deponeert zijn uitwerpselen meestal op een vaste plaats. 

Voortplanting: de meeste vrouwelijke lama’s planten zich voor het eerst voort als ze een jaar of twee zijn. Na een draagtijd van 348 tot 368 dagen komt één jong ter wereld. Een pasgeboren lama weegt 8 tot 16 kilo. 

Verspreiding: wereldwijd leven er zo’n 3,7 miljoen lama’s. In de Andes van Ecuador, Peru, Bolivia, Chili en Noordwest-Argentinië. Hier komt hij het meest voor. Vooral in Bolivia komt hij nog veelvuldig voor: geschat wordt dat hier zo’n 70% van de totale populatie leeft. De lama wordt in Zuid-Amerika traditioneel gebruikt als lastdier en wol leverancier, maar hij wordt hier meer en meer vervangen door de moderne vervoermiddelen en door het schaap als leverancier van wol en vlees. In afgelegen gebieden wordt hij echter nog wel gebruikt. Ook buiten Zuid-Amerika, in de Verenigde Staten, Europa (voornamelijk Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Italië), Australië en Nieuw-Zeeland, wordt de lama gehouden, voornamelijk als gezelschapsdier, maar ook voor de wol. Eind negentiende, begin twintigste eeuw werd het houden van exotische dieren een modeverschijnsel op de Europese landgoederen, waar lama’s naast dieren als zebra’s, struisvogels, antilopen, kangoeroes en zelfs roofdieren gehouden werden.