Spreekwoorden en gezegdes

Hieronder staan een aantal spreekwoorden of uitdrukkingen waarin geiten of schapen een hoofdrol spelen. Ken je de betekenis van al deze spreekwoorden ?

  • Vooruit met de geit !
  • Als een bok op de haverkist zitten   (ergens heel alert en fel op reageren)
  • De kool en de geit sparen (beide partijen tevreden stellen)
  • De bokkepruik ophebben (een boze bui hebben)
  • Bok staan !
  • Een bok van een vent / paard (een norse, koppige vent / paard)
  • Een bok schieten / maken (een blunder maken)
  • Ik moet even de geit verzetten (ik moet buiten even gaan plassen)
  • Een geitenbreier (iemand die een beetje slapjes en lacherig, onzeker overkomt)
  • Een geitenwollen sokken figuur  (iemand die meestal sandalen draagt, vaak een baard heeft, die dicht bij de natuur staat, die een heel eigenzinnige mening heeft)
  • Wat sta je me nou schaapachtig aan te kijken !
  • Als er één schaap over de dam is volgen er meer.
  • Als het hek van de dam is lopen de schapen de wei uit.           
  • Met één schaap op de wei zijn de kindjes blij, met 2 schapen op de wei komen er altijd bij.
  • Als de herders twisten steelt de wolf het schaap.
  • Een oude bok lust ook nog wel een groen blaadje.
  • Een jonge ooi en een oude ram geven binnen het jaar een lam.
  • Veel geblaat maar weinig wol.
  • Het is slecht scheren waar geen wol is.
  • Een verloren schaapje zijn. Het verloren schaap is terecht.
  • Onder de wol gaan.
  • De schaapjes op het droge hebben. Dik in de wol zitten.
  • Door de wol geverfd zijn.
  • Er gaan veel makke schapen in een hok.
  • Het makke schaap wordt van alle lammeren gezogen.
  • Het zwarte schaap van de familie zijn.   In elke kudde is er wel een zwart schaap.
  • Zo mak als een schaap zijn. Zo weerloos / gedwee als een lam zijn.
  • Zo onschuldig als een pasgeboren lam.
  • Als een lam ter slachtbank geleid worden
  • Van het lam Gods geslagen zijn                                                                     
  • Dat zijn getelde schapen.
  • Hoe schurftige het schaap, hoe harder het geblaat.
  • Een schaap met 5 poten zoeken.   (het onmogelijke zoeken)
  • Zo onnozel als een schaap. Onnozel schaap !
  • Men moet het schaap scheren, niet villen.
  • Men moet de schapen scheren naarmate ze wol hebben.
  • Zo de wol is, is de stof.
  • Als lam geslagen van schrik !
  • Zijn hart klopt als een lammerenstaartje.
  • Als de herder doolt, dolen de schapen.
  • De bokken van de schapen / geiten scheiden.
  • Schapen hebben gouden voetjes.
  • Een wolf in schaapskleren. De wolf tot schaapsherder maken.
  • Het is als een kudde zonder herder.
  • Eén schurftig schaap in ’t land, iedereen tot schand. Eén schurftig schaap steekt de ganse kudde aan.
  • Het schaap en het lam herkennen elkaar aan hun geblaat.
  • Als je ’s nachts niet kunt slapen, probeer dan niet de schaapjes te tellen, maar praat eens met de herder.
  • Ik werk om een schaap te kopen, niet om er zelf één te worden !
  • In elke kudde is er wel een zwart schaap !
  • Het beste schaap staat in de stal
  • Wie zich tot schaap maakt, wordt door de wolven gevreten. (Oorspronkelijk latijns spreekwoord (Chi pecora si fa, il lupo mangia) in de betekenis van: wie niets zegt wordt ondergesneeuwd, wie zich niet weert wordt onder de voet gelopen. Of ook wel: al te goed is buurmans gek.)