Fokken
Het wonder van de geboorte
Na een gemiddelde draagtijd van 150 dagen worden de lammetjes geboren. Het is dus van belang om de dekdatum ergens te noteren, er bestaan hiervoor zelfs geboortekalenders, waar je naast de dekdatum de vermoedelijke aflammerdatum kan aflezen.
Op het moment van de naderende geboorte is het nodig om zijn dieren nog meer dan anders te observeren. Om je dieren in perfecte conditie te houden is een goede observatie een héél belangrijk punt. Je zal al snel merken dat een bepaalde geit niet honderd percent in orde is door haar onrustig of lusteloos gedrag, haar vacht die niet glanst zoals normaal, de doffe glans in haar ogen enz. Als je merkt dat de uier gevuld en gezwollen is, en vooral wanneer hij hard aanvoelt, is het moment van de geboorte niet zo ver meer af. De dag van de geboorten weigeren sommige dieren te eten of te drinken, ze zijn onrustig, de kling zwelt op en je kan het samentrekkingen van de baarmoeder duidelijk zien.

Het dier zal zich afzonderen om op een rustig plekje te kunnen lammeren. Als je de geiten met meerdere in één ruimte houdt is het dus best om het moederdier tijdelijk in een afzonderlijke ruimte of box onder te brengen.

De geboorte gebeurt soms liggend, soms staand en kan tot maximum 12 uur duren, maar 1 uur na het beginnen van de persweeën moet je toch zeer opmerkzaam zijn en eventueel nader onderzoek verrichten. Pas wel op om tijdens de geboorte nooit overhaast te werk te gaan.
De geboorte gebeurt meestal zonder al te veel problemen, de geiten zijn in staat om zonder hulp van buitenaf hun lammetjes ter wereld te brengen, maar soms zijn er moeilijkheden door abnormale liggingen van de vrucht (vb. kop opzij of tussen de voorpoten geslagen, stuitligging, heupligging). Een verkeerde ligging van de lammetjes komt meestal voor wanneer er meerdere lammetjes zijn.
Wil men bij de geit verloskundige hulp verlenen, zorg dan allereerst voor schone handen, het gebruik van zeep is echter sterk af te raden. Hygiëne is in deze omstandigheden van het grootste belang om infecties te voorkomen. Zorg er dus ook best voor dat je kortgeknipte nagels hebt, dit om eventuele wondjes te voorkomen, wondjes die uiteraard ook kunnen infecteren.
Bij afwijkende ligging van kop en / of voorpootjes kan men proberen deze in de juiste ligging te brengen, maar in veel gevallen zal dit voor de leek of voor de niet-geoefende man toch wel te moeilijk zijn. In dat geval neem je best zo snel mogelijk contact op met je dierenarts, die zal je professionele hulp kunnen verlenen. Hij kan via een inspuiting de hevigheid van de weeën verminderen, waardoor het eenvoudiger wordt om het lam in de juiste ligging te brengen, zodat een normale geboorte mogelijk wordt. In zeer uitzonderlijke gevallen zal hij echter moeten overgaan tot een keizersnede, al blijven dit gelukkig uitzonderingen.

Eerst komen de klauwtjes naar buiten, daarna het wigvormige kopje (normaal voorwaartse- of kopligging). Op dat moment breken meestal de vruchtvliezen waardoor het vruchtwater naar buiten komt. Eenmaal het kopje buiten volgt de rest van het lam heel snel. Dit moet ook zo zijn want de ademhaling van het lam begint binnen een paar minuten na het breken van de navelstreng.

De moeder wil het lam dadelijk aflikken. Daardoor zal het lam niet afkoelen, en daarenboven is het een stimulatie die de bloedsomloop van het lam ten goede komt. Tevens brengt de moeder op die manier haar eigen geur aan op het lam, zodat ze het later zal kunnen herkennen. Meestal wil het moederdier de nageboorte opeten, dit is echter niet aan te raden omdat ze daar soms diarree zullen van krijgen. Je moet er wel op toekijken dat de moederkoek mee afgekomen is, anders gaat deze afsterven en kan dit gaan ontsteken (in dat geval moet je binnen de 24 – 48 uur behandelen via een uterusspoeling of een nageboortenpil.
Terug naar ons pasgeboren lammetje : de vruchtvliezen mogen niet over het kopje blijven zitten. Indien dit toch het geval is mag je die snel doorbreken want anders kan het lam niet ademen en zou het zelfs vruchtwater kunnen inademen. Controleer het bekje ook op slijm en geef eventueel een beetje zout waardoor het slijm gaat oplossen.


Spoedig zal het lammetje gaan staan en gaat het op zoek naar de uier en de tepels van de moeder om melk te kunnen drinken. De eerste melk wordt ‘biest’ genaamd, deze biest bevat antistoffen die eigen aan de stal zijn en geeft de lammetjes een eerste duw in de rug. Het is dus héél belangrijk dat de lammetjes deze biest te drinken krijgen, je mag de melk van een geit die pas gelammerd heeft trouwens de eerste paar dagen toch niet voor consumptie gebruiken.

Door de biest beginnen de spijsverteringsorganen te werken en wordt het darmpek afgedreven. Controleer wel beide tepels van het moederdier, ga na of de tepelopening niet verstopt is, anders zullen de lammetjes geen melk krijgen !
Bij moederloze opfok (in het kader van CAE-bestrijding) moet het lam in een kom opgevangen worden en direct van de moeder verwijderd worden (ze mag haar lam niet schoonlikken, je moet het dus zelf goed droogwrijven). Uiteraard hebben deze lammetjes ook biestmelk nodig, maar die moet dan van een koe zijn, maar wel van een bedrijf dat vrij is van para-TBC (of eventueel kunstbiestmelk). De opfok van deze lammetjes gebeurt dan uitsluitend met kunstmelk.

Het is belangrijk om de navels van de lammetjes goed te ontsmetten (vb. met creoline). Het is niet uitgesloten dat een bacterie langs de navel bij het lammetje naar binnen komt, waardoor er gewrichtsontstekingen kunnen ontstaan.
Tijdens de eerste 2 dagen wordt er een hechte band tussen moeder en lam gesmeed, daarna is het zeer moeilijk om de lammetjes eventueel door een andere geit te laten accepteren.


Je kan natuurlijk ook de lammetjes afzonderlijk opfokken. Dan breng je ze in een tochtvrije ruimte onder met een flinke laag stro als bodembedekker en met een temperatuur van rond de 15 ° C. Het beste kan men de lammetjes dan uit een schaaltje leren drinken, enige volharding is soms nodig maar het lam zal toch vrij snel zelfstandig beginnen drinken.
De eerste dagen moet je ze op een droog, warm plekje houden zodat ze geen kou kunnen vatten. Later zijn ze minder vatbaar doordat ze meer weerstand opgebouwd hebben. Al spoedig kunnen ze zich in een grotere ruimte bewegen en bij mooi weer mogen ze naar buiten.
Het opfokken van de lammetjes
Er zijn verschillende manieren om lammetjes op te fokken, ze enerzijds bij de moeder laten of ze anderzijds van het moederdier afzonderen en ze zelf van melk voorzien.
De onderstaande tabel geeft een indicatie van de hoeveelheid melk er aan een lam moet verstrekt worden, dit kan uiteraard verschillen van lam tot lam, en naargelang het over slachtlammeren gaat of niet.
0-1 week 4 maal 300 ml per dag
1-2 weken 4 maal 400 ml per dag
2-8 weken verhogen tot 3 maal 850 ml per dag
9-10 weken verminderen naar 2 maal 850 ml per dag
11 weken 2 maal 500 ml per dag
12 weken 1 maal 500 ml per dag
vanaf 13 weken nog uitsluitend vast voer

