Luc De Weert (SHEEP FARM D.W.)
Op bezoek bij . . .
De meeste schapen- en geitenliefhebbers halen enkele dieren binnen omdat ze nu eenmaal over wat gras beschikken dat “moet afgegeten worden”. Een variatie op dit thema herkennen we bij Luc De Weerdt, een beginnende fokker van zwartblesschapen.Na 30 jaar uitsluitend in de paardenbranche te hebben vertoefd, wou Luc wel eens wat anders in zijn omgeving. Zijn broer gaf hem een hint over schapen, die toch wat anders leken dan het zo algemeen voorkomende texelschaap en al vlug kregen Lucs sportpaarden er een herkauwend gezelschap bij.
Ondanks het feit dat Luc tijdens ons bezoek meermaals benadrukt dat hij nog maar een beginneling is, merkte hij reeds snel op dat de aangekochte dieren helemaal niet beantwoordden aan een rist selectienormen: raskenmerken, zwoegervrije toestand, algemene gezondheid, ARR/ARR, enz… De eerste dieren, de ‘proefdieren’ dus, werden ingeruild voor dieren uit het Nederlands Zwartblesstamboek. Als je iets doet, doet het dan van meet af aan goed. Dat moet de Luc toen gedacht hebben en aan dit principe houdt hij zich nog steeds.
Na amper 2 jaar schapenhouderij wordt hij opgezocht door ervaren fokkers, op zoek naar prima dekrammen. Ook de uitrusting en de installatie stralen degelijkheid uit. Van de eenvoudigste staande hooiruif tot het al comfortabelere schuilhok verraden de hand van een ervaren en precieze metaalbewerker. Inderdaad, Luc heeft als hoefsmid het klappen van de zweep op het vlak van metaalbewerking goed onder de knie gekregen. Onze bewonderende blikken logen er niet om.
Het gebied waarbinnen de schapen grazen, doen elke schapenliefhebber watertanden. Een aaneengesloten blok van een paar ha toont een diversiteit van biotopen : van gewoon weiland met maagdelijke slootjes tot een beschuttend dennenbosje. De stallingen in de schaduw van de bomen zijn tot in het kleinste hoekje uiterst hygiënisch onderhouden, alsof het pas aangelegd werd.Als je weet dat Luc op het domein zelf ook nog woont, hoeft het de bezoeker niet te verbazen dat hij zich in het aards paradijs waant. Wel voegt hij er met zijn flegma aan toe: “Jammer dat ik hier Eva nog niet ontmoet heb.”